Pagina 51 - De Schrans - Een historische beschrijving

Basis HTML versie

53
30 december 1943
De burgemeester van Leeuwarden, dhr. J.W.
Schönhard, een NSB-er die zijn naam
Schunhart had veranderd in Schönhard ,
schreef een brief aan oudburgemeester
J.M. van Beijma: Hoogwelgeboren Heer, de
Nederlandse Staatscourant van 29 dezer
bevat het besluit van den Secretaris-generaal
v/h Dept. van B.Z. tot wijziging met ingang
van 1 januari 1944 van de grenzen der
Gemeente Leeuwarden, waardoor haar grond-
gebeid en inwonertal zeer aanzienlijk zal worden
vermeerderd. De totstandkoming van deze
grenswijziging is voor het gemeentebestuur
een reden om tegenover U uiting te geven
aan zijn gevoelens van dank en erkentelijkheid
voor het vele, dat U als Burgemeester van
deze gemeente heeft gedaan om de zoolang
gewenschte uitbreiding der gemeente haar
beslag te doen krijgen. De Burgemeester van
Leeuwarden, Schönhard.
en de oudste drie zonen hielpen ook mee met
de hulp aan onderduikers. Hieraan kwam een
eind toen in Amsterdam een Trouw-medewerker
werd opgepakt en na verhoor doorsloeg. Op 20
maart 1944 viel de Sicherheits Dienst binnen op
de Schrans 91. Een kant en klaar zetsel werd
door arts Bangma, hun buurman, weggewerkt.
Er werden door de SD geen bezwarende zaken
aangetroffen, maar Van der Weij en drie van zijn
zonen werden toch meegenomen en op trans-
port naar Vught gesteld. De vierde zoon was
ziek en mocht thuis blijven. Tijdens het grote
Trouwproces werden Tiede en zijn zonen ver-
oordeeld tot werkkampen in Duitsland. Pieter
van der Weij, de oudste zoon, stierf op 16
december 1944 aan dysenterie in het kamp
Aurich. Een dag later stierf zijn broer Theunis
door uitputting in het kamp Neuengamme.
Tiede van der Weij zelf stierf in 1945 in werk-
kamp Striegau en Sjouke, de derde zoon, stierf
in datzelfde jaar in Bergen-Belsen. Het gezin
van der Weij bleek binnen het Fries verzet het
zwaarst getroffen.
15 Juli 1944 - inval bij kaaspakhuis
Tamminga
Een tweede inval in de Schrans zorgde er
voor dat het Friese verzet een gevoelige klap
opliep. De inval bij kaaspakhuis Tamminga aan
de Schrans leverde de Duitsers een flinke buit
op, zoals geweren, Duitse uniformen, een geco-
deerd adressenbestand van de KP (KnokPloeg)
en het schrift met het gebruik van de code.
De inval bleek achteraf een samenloop van
omstandigheden.
Op 13 juli 1944 hoorde de KP dat hun auto,
die ze voor acties gebruikten, was ontdekt in de
boerderij van verhuisbedrijf De Jong aan Achter
de Hoven. Drie leden van de KP gingen er op de
fiets heen om het bericht te controleren. Ben de
Vries, één van KP-ers, fietste nog een keer terug
en werd toen aangehouden. Hij probeerde te
vluchten, maar werd toch gepakt en na een dag
lang beestachtig verhoord te zijn, sloeg hij door.
De volgende dag deden de Duitsters de inval bij
kaaspakhuis Tamminga. Met wat ze daar von-
den, konden ze veel verzetsmensen in Friesland
arresteren.
De KP ging zich in 1944 meer toeleggen op
gewapend verzet tegen de Landwacht, een
afdeling van de NSB en de Duitse SD. Dit bleek
noodzakelijk omdat vooral de Landwacht ging
jagen op onderduikers en verzetsmensen. En de
SD bij ieder vergrijp mensen mocht doodschie-
ten. Voor hun verzet hiertegen had de KP een