Pagina 40 - De Schrans - Een historische beschrijving

Basis HTML versie

42
1930 - Slager G.S. de Boer nr. 133
1970 - Albert Heijn e.a. nr.133
1970 - TV Huis e.a. nr. 81
Leeuwarder voetbalclubs. In een ander deel van
het gebouw woonden alleenstaanden op
kamers. Tot in de jaren dertig stonden tegen de
zuidkant van dit blok panden twee kleine woningen
die uit een 18
e
eeuws schilderij leken
gekopieerd. Na de sloop vulde een snackbar
jaren later de vrijgekomen ruimte op. De ver-
wondering over de onttakeling was snel verdwe-
nen, want om het hoekje bij Meijer stond de
viskraam van Van der Meer waar moeder vijf
cent op de toonbank legde en ik een grote zure
bom kreeg. Een paar keer zijn de lelijkste
plekken weggewerkt, maar het blok dat met wat
onderhoud de uitstraling had kunnen hebben
van een zelfbewust koloniaal bestuurscentrum
raakte steeds verder in verval en werd in 1966
gesloopt, later gevolgd door een rij bedrijfspan-
den aan de overkant waaronder dat van slager
Adema, taxibedrijf Schumacher – inclusief het
voormalige Pniëlkerkje, kaaspakhuis Tamminga
& Zn en de huizen in de oude Smidsbuurt. Op de
vrijgekomen ruimte kwamen in 1987 de 84
Winiaherne-appartementen te staan.
Tegenover de viskraam, aan de andere kant
van de Schrans, naast de spoorbaan op nummer
5, had de gemeentereiniging een vestiging.
De tegenstelling tussen het bouwwerk in verval
waar ik met mijn zure bom stond en de gebouwen
van de gemeentereiniging was groot. Daar
stond een goed onderhouden, vriendelijk ogend
langwerpig complex met een magazijn, wagen-
loods, smederij, wagenmakerij, opslag voor
strooizand en een schilderswerkplaats. De oor-
spronkelijke stortplaats voor huisvuil – het
asland, dat achter de gebouwen tot aan het riviertje
De Potmarge reikte – was inmiddels verplaatst
naar de Greunsweg, aan de oostrand van de stad.
Direct aan de Schrans stond aan de kop van
de gebouwen het kantoor dat rond 1930 ver-
moedelijk door architect H.M. Maas is ontworpen.
Betrouwbare baksteenarchitectuur met grote
vensters – door veel roeden onderverdeeld - die
bijna de hele voorgevel vulden en helder oplichtten
door hun witgeschilderde brede kozijnen. Op de
twee bouwlagen stond een massief overstekend
schilddak. Misschien biedt het in mijn herinnering
een grootser aanblik dan het verdient. Men zou
ook kunnen zeggen dat de architect pretentieloos
de opzet heeft overgenomen van de eenvormige
woningen - twee onder een kap - voor de beter
gesitueerde middenstand die in de jaren twintig
en dertig veel werden gebouwd.
Op de Harlingerstraatweg staan een paar
fraaie voorbeelden. Tegenwoordig, in een ver-
langen naar die overzichtelijke tijd en een afkeer